Wist je dat één op de vijf mensen een brein heeft dat nét anders werkt? Dat noemen we neurodivergentie. Die breinen werken anders dan ‘de meeste breinen’, die we neurotypisch noemen. Combineren we de typen breinen? Dan hebben we het over neurodiversiteit.  

Vanuit onze visie om een neurodiverse arbeidsmarkt in Nederland te creëren, nemen we je mee in de definities en verschillen van de neurodiverse wereld. 

Wat is neurodivergentie?

Neurodivergentie betekent dat een brein anders werkt dan de gemiddelde breinen. Dat kan een beetje anders zijn of juist flink anders dan het neurotypische brein. ‘Anders’ is positief én tegelijkertijd een uitdaging. Een neurodivergente collega kan bijvoorbeeld scherp zien waar processen haperen, en tegelijk moeite hebben om een opdracht te starten zonder alle informatie. 

Een neurodiverse samenleving kun je praktisch vergelijken met een bos bloemen. Iedere bloem heeft haar eigen ‘plek’ in het boeket; voegt een kleur en een vorm toe. Een roos is anders dan een tulp. Geen tulp met een afwijking; niet meer of minder. Gewoon een andere bloem met een andere kleur en vorm. 

Er zijn veel verschillende type van neurodivergentie. Deze typen hebben hun eigen label. Bekende voorbeelden zijn ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie, hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit. Elk type heeft zijn eigen sterke en minder sterke kanten. (Net als bij neuotypische breinen trouwens.) Omdat de neurodivergente groepen kleiner zijn dan de neurotypische, worden zij als de uitzondering gezien.  

Wat is neurotypisch? 

Hebben we het over de ‘meeste breinen’, dan hebben we het over neurotypische breinen. Dit zijn mensen die denken zoals de meerderheid. Hun denkwijze wordt gezien als de ‘normale’ denkwijze; in overzichtelijke stappen en lineair (van begin tot het einde). 

Dit zijn mensen die over het algemeen goed meegaan in de groep. Het grote geheel denkt namelijk zoals zij waardoor elkaar begrijpen makkelijker is. Zoals je ook makkelijker praat met iemand die Nederlands spreekt dan met iemand die alleen Italiaans kan. 

Het nadeel van een groep met alleen maar neurotypische breinen is het afvlakkende effect. Elk individu heeft natuurlijk zijn eigen talenten, maar op groepsniveau is de variatie beperkt doordat iedereen vanuit een vergelijkbare denkwijze werkt. 

Bijvoorbeeld: je bent tevreden met het werk dat je aflevert; een rapportage van afgelopen kwartaal, een tekst voor de mailing of de planning voor komende week. Je collega reageert binnen no-time; je bent iets vergeten of hebt de laatste update niet meegenomen. Dan baal je, je zat zo in je werk, dat je het overzicht even verloor. Dát is wat collega’s met een ander type brein bieden; een andere kijk op dingen. Ze zijn juist goed in die helicopterview óf in de details. Ze zien verbanden die jouw team nu misschien niet (of na veel tijd) past ziet. Door dat te combineren, versterk je samen jullie output. 

Wat is neurodiversiteit? 

Neurodiversiteit is de overkoepelende term voor alle breinen: neurodivergenten én neurotypischen. Hierbij gaan we uit van de verschillen tussen breinen; de sterke én minder sterke kanten; hoe combinaties elkaar versterken. Alle breinen zijn gelijk in het feit dat ze van elkaar verschillen. Zoals we ook allemaal een eigen vingerafdruk hebben: iedereen heeft een vinger, maar de afdruk is uniek.  

Hoeveel mensen zijn neurodivergent? 

Zo’n 20 procent van de wereldbevolking is neurodivergent. Eén op de vijf. In Nederland gaat dat om ruim 3,6 miljoen mensen.  

Wereldwijd onderzoeken wetenschappers hoe vaak verschillende neurotypen voorkomen. De exacte cijfers verschillen per studie en definitie, maar gemiddelde schattingen geven een goed beeld van hoe vaak elk type voorkomt:  

Krachten en uitdagingen: neurodivergentie 

Elke werknemer heeft zijn of haar eigen sterke en minder sterke kanten. Tijdens het sollicitatieproces krijg je daar een beeld van. Wil je al voor het sollicitatiegesprek een beeld hebben van de verschillende typen? We geven je een algemeen en gemiddeld beeld per type neurodivergentie. Onthoud wel dat binnen neurodivergentie net zo veel verschil kan zitten als tussen neurotypische breinen. 

Ons doel is om jou een beeld te geven van de krachten van mensen met een neurodivergent brein. Én je handvaten te geven om hen te ondersteunen zodat de minder sterke kanten minder belemmerend zijn in hun werk. * 

Dyslexie 

Mensen met dyslexie verwerken informatie op een andere manier dan neurotypische mensen. Ze denken vaak beeldender, hun brein heeft die beelden nodig om informatie te verwerken. Dit gaat samen met creatief denken en het makkelijk leggen van verbanden. 

Lezen, spellen en het koppelen van klanken aan letters kost vaak meer energie. Dat is een uitdaging in een werkomgeving waar mails, chats en planningstools een grote rol spelen. Het helpt dan om opdrachten ook mondeling toe te lichten, zodat de sterke kanten van mensen met dyslexie beter tot hun recht komen. 

AD(H)D (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) 

Mensen met ADHD nemen de wereld vaak in een sneller tempo waar dan neurotypische mensen. Hun hoofd maakt makkelijk sprongen van de ene gedachte naar de andere, wat zorgt voor veel ideeën, creativiteit en energie. 

Voor langere tijd de aandacht bij één taak houden of nauwkeurig werken aan details kan meer inspanning vragen. Dat kan lastig zijn in werksituaties met veel administratieve taken, lange vergaderingen of strikte routines. Wat goed helpt, is het werk in kleinere stukken opdelen, ruimte geven voor afwisseling en taken visueel of interactief aan te bieden. Zo kunnen de sterke punten van mensen met ADHD – hun energie, creativiteit en vermogen om snel verbanden te leggen – het beste tot bloei komen. 

Hoogbegaafdheid 

Mensen die hoogbegaafd zijn verwerken informatie op een intensere en vaak snellere manier dan gemiddeld. Ze leggen moeiteloos verbanden, hebben een scherp analytisch vermogen en zijn van nature nieuwsgierig. Daardoor blinken ze uit in het herkennen van patronen en het bedenken van creatieve of strategische oplossingen.  

De keerzijde is dat verveling snel op de loer ligt en dat perfectionisme projecten kan vertragen. Ook kan het lastig zijn om autoriteit te accepteren of geduld te hebben, zeker als anderen niet in hetzelfde tempo meegaan. In werkomgevingen helpt het om voldoende variatie en uitdaging te bieden, deadlines te gebruiken als richtinggevend kader en ruimte te geven voor zelfstandig werken. Zo komen de sterke kanten van hoogbegaafden, zoals  hun scherpe inzicht, leergierigheid en vermogen om vernieuwend te denken, optimaal tot hun recht. 

HSP (Hoogsensitieve persoon) 

Mensen die hoogsensitief zijn verwerken prikkels uit hun omgeving intenser dan anderen. Ze nemen subtiele signalen sterker waar, wat hen zeer empathisch maakt en een scherp oog voor detail geeft. Tegelijkertijd kan dit leiden tot snel overprikkeld raken, waardoor rust en overzicht essentieel zijn. 

Beslissingen nemen en veranderingen verwerken kost soms extra tijd, en langdurig sociaal contact in een drukke omgeving kan vermoeiend zijn. Het helpt daarom om een rustige, prikkelarme werkplek te creëren en voorspelbaarheid in de werkdag aan te brengen. Zo kunnen hoogsensitieve mensen hun sterke kanten optimaal inzetten. Denk aan inzicht, empathie en intuïtief handelen. 

Autisme Spectrum Stoornis

Autisme wordt vaak omschreven als een spectrum, omdat het zich bij iedereen anders uit en in uiteenlopende combinaties van kenmerken voorkomt. Mensen met autisme verwerken informatie vaak systematischer en nemen communicatie letterlijk, waardoor non-verbale signalen of grapjes soms moeilijk te begrijpen zijn. 

Het kost soms meer energie om gesprekken te volgen, multitasken of sociale regels te interpreteren. Een rustige, prikkelarme werkplek, duidelijke verwachtingen en één-op-één overlegmomenten helpen hierbij. Zo kunnen mensen met autisme hun sterke kanten optimaal inzetten: systematisch en nauwkeurig werken, patronen herkennen, geconcentreerd blijven en creatieve oplossingen bedenken binnen een logische structuur. 

Dyscalculie

Mensen met dyscalculie verwerken cijfers en wiskundige concepten anders dan neurotypische mensen. Ze vinden het lastig om getallen snel te vergelijken, hoofdrekeningen uit te voeren of wiskundige patronen te herkennen. Ook tijd inschatten, geld tellen en tabellen lezen kan meer energie kosten. 

Op de werkvloer helpen hulpmiddelen zoals rekenmachines, spreadsheets, visuele grafieken en opdrachten die in stappen worden uitgelegd. Zo kunnen mensen met dyscalculie hun sterke kanten benutten: verbaal redeneren, creatief denken en conceptueel inzicht. 

Dysgrafie 

Mensen met dysgrafie hebben een andere manier van schrijven en het omzetten van gedachten naar papier. Handgeschreven teksten, spelling en structuur kunnen moeilijk zijn, en schrijven kan vermoeiend of pijnlijk aanvoelen. 

Op de werkvloer helpt typen, spraak-naar-tekst software, checklists en mondelinge presentaties. Zo komen de sterke kanten van mensen met dysgrafie tot uiting: mondelinge communicatie, creatief denken, verbaal uitleggen en visueel-ruimtelijk inzicht. 

Dyspraxie/ DCD (Developmental Coordination Disorder) 

Mensen met dyspraxie verwerken motorische bewegingen anders dan neurotypische mensen. Coördinatie, evenwicht en complexe bewegingsreeksen kosten vaak meer energie, en ook ruimtelijke oriëntatie, taakorganisatie en tijdsbeheer kunnen lastig zijn. 

Op de werkvloer helpt het gebruik van ergonomische hulpmiddelen, stap-voor-stap instructies, technologie ter ondersteuning van handmatige taken en een rustige omgeving. Zo kunnen mensen met dyspraxie hun sterke kanten benutten: creatief en strategisch denken, probleemoplossend vermogen, empathie en doorzettingsvermogen. 

Tourette syndroom 

Mensen met het Tourette syndroom hebben een andere manier van motorische en vocale regulatie in de hersenen, waardoor zij onwillekeurige bewegingen of geluiden maken, zogenaamde tics. Het onderdrukken van tics kost veel energie en kan stressvol zijn, vooral in sociale of drukke situaties.  

Op de werkvloer helpt een accepterende omgeving, een rustige werkplek, flexibiliteit voor pauzes en open communicatie over het syndroom. Zo komen de sterke kanten van mensen met Tourette tot hun recht: creatief denken, humor, veerkracht, doorzettingsvermogen, empathie en alertheid. 

Neuromix 

Of je nu neurodivergent of neurotypisch bent: ieder brein telt. Verschillen brengen nieuwe perspectieven, stimuleren creativiteit en zorgen voor innovatie. Door onze unieke manieren van denken te combineren, ontstaat een omgeving waarin talenten optimaal tot bloei kunnen komen. Samen maken we het verschil – ieder brein draagt bij aan balans, groei en vernieuwing. 

Meer weten over neurodivergentie? Lees het boek ‘Als alle breinen werken’ van Saskia Schepers, neurodiversiteit-expert en -coach. Ze vertelt onder andere over ‘spiky profiles’; iemands uitschieters; omhoog én omlaag. Die zijn vaak verbonden met elkaar. Oog voor detail versus minder flexibel. Creatief versus snel verveeld. Inzicht is de start van jouw neurodiverse team. Wanneer start jij? 

*Definities gebaseerd op: Saskia Schepers, Vereniging Impuls & Woortblind, Blooming training & coaching.